Tent

 Ik ben niet zo goed in vakantie 

Stel je niet aan, hoor ik je zeggen. In geen enkele sector hebben mensen zoveel weken vrij als in het onderwijs. Ga je daar nou ook al over zeuren? De werkdruk is te hoog en de klassen zijn te groot, het salaris is te laag en nu zijn ook de vakanties nog niet naar je zin?  


Oké dan. Ik ben blij met de vakanties, ik heb ze hard nodig om bij te komen en energie op te doen, dat is zeker waar. Maar in de zomervakantie, als ik mijn slaap heb ingehaald, heb bijgetankt en ben bijgekomen, komt er ieder jaar weer een moment waarop ik een beetje somber word. Dat kan net zo goed thuis gebeuren als in een ver land. 


Het heeft iets te maken met het uitblijven van de bel. Het gaat om het gevoel dat ik bij het wakker worden geen idee heb wat de dag me gaat brengen en dat ik hem zelf moet invullen. Een hele verantwoordelijkheidwant wat nou als het kwart over drie ‘s middags wordt en ik niet meer weet wat ik moet doenEn wat nou als op vakantie de zoutmijn saai blijkt, of het strand te heet? Misschien krijg ik wel buikloop of is het kajakken doodeng.  


En dus ga ik op zoek naar structuur. Zelden voelde ik me volwassener en capabeler dan wanneer ik de auto had ingepakt voor een kampeervakantie  - of nog beter, wanneer de tent stónd: voor elk kind een aparte tas, keurig in het gelid aan de hoofdeindes van de luchtbedjes met fleurige slaapzakjes. Aan de linkerkant van de voortent de afdeling kitchen&food: de kampeerkoelkast gevuld met allerlei gezonds en lekkers, het vliegenkastje naast de pannenset. Rechts de kratten met boeken, spelletjes en alle handige, onmisbare spullen die ik niet vergeten had, van wasknijpers tot veiligheidsspelden en van blarenpleisters tot verrekijkers. Orde, overzicht, rust, reinheid en regelmaat – het zijn stuk voor stuk woorden waar mijn hart kalm van wordt.  


Het rare is: het is me nog nooit gebeurd dat ik van pure ellende niet meer wist hoe ik zo’n vakantiedag moest invullen. De dagen vlogen voorbij in een aaneenschakeling van momenten en dat had niks te maken met die orde maar vooral met het gevoel dat ik alles wat ik nodig en liefhad in één auto kon vervoeren. 




 In de omstandigheden waar ik voor vertrek tegenop zag, bleek er van alles te improviseren: tijdens een wolkbreuk tekenden de jongens met mijn oogpotlood piratentronies op elkaars gezicht en maakten ze een fotostrip. Toen we verdwaalden tijdens een wandeling vonden we in een beek het lijk van een koe – ze hebben het er nóg over als een van de mooiste avonturen in hun jeugd.  


De doodenkele keren dat er echt iets ergs gebeurde, waren op de vingers van een hand te tellen en zelfs dan kwam alles uiteindelijk goedtoen bij een ongeluk op een Duitse snelweg de auto total loss tegen de vangrail eindigde, hadden wij nog geen schrammetje. Toen mijn oudste anderhalve week in Spanje in het ziekenhuis laggenas hij voorspoedig en hadden we inniger contact dan we die periode op de camping zouden hebben gehad - waarmee maar weer eens is aangetoond dat alle wijsheden over loslaten niet voor niets op tegeltjes terecht zijn gekomen.   


In de loop van de jaren is mijn vakantievaardigheid wel gegroeid. En toch kan ik met een mengeling van leedvermaak en tevredenheid kijken naar mijn buren, die alle deuren en kleppen van auto en dakkoffer open hebben staan en drie koffers, vijf kratjes, zes tassen, vier slaapzakken, matjes en kussens, een tent, luifel en picknicktafel, twee klapstoelen, twee emmers, twee vishengels en peddels, een rubberboot en een pannenset gaan inpakken. Ik vul mijn dagen wel met het herlezen van oude detectives en dutjes in mijn achtertuin. Zo blij dat ik dit jaar een nieuwe keuken krijg.  

Reacties

Populaire posts van deze blog

Lever

survival

Jongens