Posts

Posts uit oktober, 2020 tonen

Loesoe

Afbeelding
 Afgelopen week zat Khadija Arib, voorzitter van de Tweede Kamer, bij De vooravond . Ze zei zelf een heleboel wijze dingen maar verwees ook naar een uitspraak van bondskanselier Angela Merkel in een discussie met Donald Tusk. “Taal”, zei Merkel, “is de voorloper van het handelen. Wanneer we ons met onze taal op een hellend vlak begeven, gaat het met het handelen ook snel de verkeerde kant op – en dan is ook geweld niet meer ver weg.” Het begint eigenlijk al met luiheid in taal – en dan heb ik het niet over online taal of de toenemende invloed van straattaal. In mijn werk als docent op een middelbare school en als moeder van drie jongvolwassen zonen ben ik inmiddels wel gewend aan uitdrukkingen als ‘nieuwe pattas’, ‘ik ben loesoe’, ‘ben je osso’ en afkortingen als OOTD, GM, FML en WSS. Sinds mijn jongste zoon zei dat hij denkt dat ik boos op hem ben als ik een punt achter een zin zet, houd ik daar zelfs rekening mee. Dat is geen hellend vlak maar een mix van puberale gemakzucht, humor

online les

Afbeelding
  In maart van dit jaar stonden, zoals elk jaar, voor mijn examenkandidaten de mondelingen over hun boekenlijst op het programma. Hoe meer er verandert, des te meer blijft hetzelfde, las ik ooit. Natuurlijk lezen mijn leerlingen Uit het leven van een hond , De avond is ongemak en De pelikaan maar gelukkig gaat zo’n mondeling ook wel eens over De donkere kamer van Damocles of Eline Vere. Dit jaar waren de mondelingen online. Ik zat aan mijn keukentafel, zij zaten thuis. Sommigen zaten op de bank in de woonkamer, anderen aan hun bureau of in het kantoor van hun vader. Er was een meisje bij wie de moeder binnenkwam. ‘Ja, sorry hoor, eventjes mijn dochter verwennen met een latte en meteen even kijken hoe het hier gaat,’ straalde ze. ‘Mám,’ zei het meisje, en met een geïrriteerde armbeweging zwaaide ze bijna het glas uit de handen van haar moeder. Er was een meisje dat zo zenuwachtig was dat de rode vlekken in haar hals me zelfs via de webcam tegemoet knalden. Ze balanceerde al minuten

Waarom ik (toch) een mondkapje draag

Afbeelding
  Mijn directeur ziet er met zijn lichtblauwe mondkapje uit als een succesvol hersenchirurg die net uit een operatie is weggelopen – zij het dan in maatpak met bijpassende riem en schoenen. Mijn ene collega ziet eruit als een overvaller die op het punt staat met doorgeladen wapen een bank binnen te stormen en de ander als een schoonheidsspecialiste die een klant met hardnekkige acne gaat behandelen. Als ik in de spiegel kijk, zie ik een dakloze heroïneverslaafde die in een vlaag van paranoia bedacht heeft dat ze zichzelf met een lapje voor haar mond kan beschermen tegen hiv. We dragen het allemaal, sinds vorige week vrijdag, in alle mogelijke varianten, en het is meteen al een accessoire zoals een tas: het is een fashion statement waarmee je laat zien waar je je bevindt in het spectrum van fashionista’s, merkengekken, eigenzinnigen, sceptici, neuroten en gezellige zelfmakers. We dragen het allemaal. Ik ook. Ik geloof niet dat het mondkapje mij beschermt tegen het virus. Ik geloof eve