Loesoe
Afgelopen week zat Khadija Arib, voorzitter van de Tweede Kamer, bij De vooravond . Ze zei zelf een heleboel wijze dingen maar verwees ook naar een uitspraak van bondskanselier Angela Merkel in een discussie met Donald Tusk. “Taal”, zei Merkel, “is de voorloper van het handelen. Wanneer we ons met onze taal op een hellend vlak begeven, gaat het met het handelen ook snel de verkeerde kant op – en dan is ook geweld niet meer ver weg.” Het begint eigenlijk al met luiheid in taal – en dan heb ik het niet over online taal of de toenemende invloed van straattaal. In mijn werk als docent op een middelbare school en als moeder van drie jongvolwassen zonen ben ik inmiddels wel gewend aan uitdrukkingen als ‘nieuwe pattas’, ‘ik ben loesoe’, ‘ben je osso’ en afkortingen als OOTD, GM, FML en WSS. Sinds mijn jongste zoon zei dat hij denkt dat ik boos op hem ben als ik een punt achter een zin zet, houd ik daar zelfs rekening mee. Dat is geen hellend vlak maar een mix van puberale gemakzucht, humor